De provincie Limburg gebruikt cookies om jouw surfervaring op deze website gemakkelijker te maken.

Strikt noodzakelijke cookies
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om in de site te navigeren, of om te voorzien in door jou aangevraagde faciliteiten.
Functionaliteitscookies
Deze cookies verbeteren van de functionaliteit van de website door het opslaan van jouw voorkeuren.
Prestatiecookies
Deze cookies helpen om de prestaties van de website te verbeteren, waardoor een betere gebruikerservaring ontstaat.
Online surfgedrag gebaseerde reclame cookies
Deze cookies worden gebruikt om op de gebruiker op maat gemaakte reclame en andere informatie te tonen.

Officieel reglement

donderdag, 17 juni 2021

Gelet op volgende doelstelling, actieplan en actie van het provinciale beleid 2020-2025:

  • beleidsdoelstelling BD000003 “Het provinciebestuur laten evolueren naar een verantwoordelijke en transparante organisatie die lokale besturen ondersteunt en fungeert als richtinggever en verbinder van mensen, actoren, structuren en streken”
  • actieplan AP000028 “Het provinciebestuur uitbouwen tot een belangrijke partner voor lokale besturen”
  • actie AC000131 “Samenwerking met sterke partners om het lokale milieu- en natuurbeleid via innovatieve trajecten te realiseren”

Gelet op het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie 2030 dat ondertekend werd door 41 Limburgse gemeenten;

Gelet op het lokale klimaatactieplan dat de gemeenten in het kader van dit Burgemeestersconvenant moeten opmaken en uitvoeren;

Gelet op het feit dat de ondersteuning van de Limburgse gemeenten één van de pijlers is van het provinciale beleid;

Overwegende dat in 2019 een klimaatstuurgroep en zes klimaatwerkgroepen werden opgericht om de gemeenten te ondersteunen bij de uitvoering van hun klimaatactieplan;

Overwegende dat de klimaatstuurgroep het zinvol vindt om de lokale besturen zowel inhoudelijk als financieel te ondersteunen bij de uitvoering van acties uit hun lokale klimaatactieplan;

Overwegende dat het om bovenvermelde redenen aangewezen is om over te gaan tot de vaststelling van een subsidiereglement;

Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige subsidies;

Gelet op het besluit van de provincieraad van 24 oktober 2012 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van subsidies en de normen voor reservevorming;

Gelet op het besluit van de provincieraad van 20 maart 1996 betreffende de herkenbaarheid van het provinciebestuur in provinciale subsidiereglementen;

Gelet op artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

Gelet op de budgetsleutel 664000/2/0381 “Toegestane investeringssubsidies/geïntegreerde milieuprojecten” (MJP002409) van het provinciale meerjarenplan 2020-2025;

Gelet op artikel 42 van het provinciedecreet;

BESLUIT

I      VOORWERP VAN HET SUBSIDIEREGLEMENT

Artikel 1: doel en doelgroep

Binnen de perken van het vastgestelde financiële meerjarenplan kan de deputatie een subsidie verlenen aan  Limburgse gemeenten (B) die een klimaatactieplan hebben ingediend in het kader van het Europese Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie 2030 of het Burgemeestersconvenant voor klimaatneutraliteit 2050 voor terreinrealisaties, investeringen, beperkte studiekosten of een combinatie hiervan. Er wordt gestreefd naar samenwerking tussen verschillende gemeenten.

Artikel 2: verklaring termen of begrippen

Mitigatie: beoogt het tegengaan of beperken van klimaatverandering door het reduceren van de broeikasgasuitstoot.

Adaptatie: beoogt de aanpassing van natuurlijke en menselijke systemen aan de huidige en de te verwachten gevolgen van klimaatverandering, waardoor onze samenleving weerbaarder wordt tegen de gevolgen van deze klimaatverandering.

Terreinrealisaties: het gaat hier om initiatieven die een concrete, zichtbare en/of tastbare verandering teweegbrengen in de natuurlijke en/of menselijke leefomgeving met een duidelijke klimaatimpact i.h.k.v. mitigatie of adaptatie.

Lokaal klimaatactieplan (nl. het actieplan voor duurzame energie en klimaat – SECAP): document waarin de ondertekenaars van het Burgemeestersconvenant vaststellen hoe zij hun verbintenissen zullen realiseren. Het definieert beperkings- en aanpassingsmaatregelen om de doelstellingen te bereiken, samen met tijdsbestekken en toegewezen verantwoordelijkheden

II     VOORWAARDEN VOOR SUBSIDIETOEKENNING

Artikel 3: voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen

Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet de aanvrager en zijn eventuele copromotor(en) aan al volgende voorwaarden voldoen:

  • een Limburgse (B) gemeente zijn
  • een actieplan voor duurzame energie en klimaat (SECAP) hebben ingediend bij Europa in het kader van het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie 2030 of het Burgemeestersconvenant voor klimaatneutraliteit 2050
  • op het moment van de aanvraag nog niet eerder een subsidie hebben verkregen in het kader van dit reglement voor hetzelfde project
  • op het moment van de aanvraag nog geen subsidie hebben verkregen in het kader van dit reglement in het lopend budgetjaar voor een ander project
  • voldoen aan alle verplichtingen die voortvloeien uit eerdere toekenningen van gelijkaardige of andere subsidies van de provincie Limburg.

Samenwerking tussen Limburgse lokale besturen wordt als een meerwaarde gezien. In voorkomend geval treedt één lokaal bestuur op als “aanvrager”. Het/De andere loka(a)le bestu(u)r(en) is/zijn copromotor(en).

Artikel 4: voorwaarden waaraan de werking inhoudelijk moet voldoen

Binnen dit reglement komen zowel terreinrealisaties, investeringen, beperkte studiekosten als een combinatie hiervan in aanmerking voor subsidiëring.

Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet het project inhoudelijk cumulatief aan volgende voorwaarden voldoen:

  • het project moet op het grondgebied van de provincie Limburg uitgevoerd worden
  • het project moet aansluiten bij het lokale klimaatbeleid (waarvan de voorwaarden/modaliteiten zijn vastgelegd in het SECAP van het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie 2030 of het Burgemeestersconvenant voor klimaatneutraliteit 2050) of, in voorkomend geval, bij voorkeur bij de focusthema’s die voor het betreffende jaar worden aangegeven
  • het project moet een terreinrealisatie of investering zijn en een duidelijke klimaatimpact hebben i.h.k.v. mitigatie of adaptatie, waarvan studiekosten als voorbereidende fase een onderdeel kunnen uitmaken
  • het project moet realisatiegericht zijn, waarbij de mate aangetoond wordt waarin het project tot een daadwerkelijke broeikasgasreductie of aanpassing aan de gevolgen van de klimaatverandering leidt of hiervoor de juiste condities en het noodzakelijke draagvlak schept
  • het project moet duurzaam in tijd zijn: het moet na het verstrijken van de projectperiode gemakkelijk voortgezet worden of gemakkelijk een bijdrage leveren aan een vervolgtraject dat aansluit op het oorspronkelijke gesubsidieerde project
  • het project moet het reguliere klimaatbeleid van de betrokken gemeente(n) overschrijden
  • een hoge participatiegraad hebben, waarbij verschillende actoren actief betrokken worden bij de uitvoering van het project, is een meerwaarde, alsook de mate waarin het project een positief effect heeft op andere duurzaamheidsthema’s.

Artikel 5: voorwaarden waaraan de werking financieel moet voldoen

Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet de werking financieel aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • het project mag nooit voor meer dan 100 % worden gesubsidieerd
  • cumulatie met andere subsidies is toegestaan, indien dit duidelijk in de aanvraag vermeld wordt en in rekening gebracht wordt bij de projectinkomsten.

De provinciale subsidie kan met andere steunmaatregelen worden gecumuleerd onder de voorwaarde dat het project nooit voor meer dan 100 % mag gefinancierd worden en dat staatssteunregels een provinciale subsidie toelaten.

Indien er sprake is van staatssteun en de steun wordt verleend onder toepassing van de algemene groepsvrijstellingsverordening, een andere vrijstelling of een de-minimisverordening, dan zijn de kosten slechts subsidiabel die vermeld zijn in het van toepassing zijnde artikel van de algemene groepsvrijstellingsverordening, een andere vrijstelling of een de-minimisverordening, op basis waarvan de subsidie wordt verstrekt.

III   INDIENING VAN DE SUBSIDIEAANVRAAG  

Artikel 6: de termijn, wijze en het adres van de indiening van de aanvraag

De aanvraag kan op de volgende wijze gebeuren:

  • elektronisch.

Meteen na het indienen wordt de ontvangst van de aanvraag bevestigd en worden het verdere verloop en eventuele bijkomende instructies meegedeeld aan de aanvrager.

Indien van toepassing wordt de voorkeur gegeven aan aanvragen die aansluiten bij de focusthema’s die voor het betreffende jaar worden bekend gemaakt. Aanvragen kunnen per lopend budgetjaar ingediend worden tot de kredieten die in het budget voor dit reglement zijn ingeschreven, uitgeput zijn.

De aanvraag tot het verkrijgen van een subsidie moet vóór de start van de werken of vóór de investering ingediend worden. De maximale looptijd van het project bedraagt twee jaar, lopende vanaf de datum van het besluit waarbij de deputatie de subsidie heeft toegekend.

De aanvraag moet ingediend worden op volgend e-mail adres:

milieuenklimaat@limburg.be

Milieu en Klimaat, Directie Omgeving, provincie Limburg

Website www.limburg.be/subsidies

Artikel 7: documenten in te dienen bij de aanvraag

Voor iedere aanvraag moeten de volgende documenten in 1 exemplaar ingediend worden:

  • een volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend aanvraagformulier
  • een begroting van ontvangsten en uitgaven van de investeringen. Voor projecten waarbij de aanvrager de btw kan recupereren, mag enkel het niet-recupereerbare deel van de btw bij het te subsidiëren bedrag opgeteld worden
  • een kopie van het besluit van het college van burgemeester en schepenen waaruit de goedkeuring van het project blijkt
  • voor alle vereiste vergunningen: het bewijs dat de vergunningsaanvragen werden ingediend of het bewijs dat deze verkregen werden
  • een kopie van de samenwerkingsovereenkomst die de aanvrager met de projectcopromotor(en) sloot ter uitvoering van het project, indien de aanvraag een project met copromotor(en) betreft.

Bij de elektronische aanvraag geldt het mailbericht als ondertekening. Het aanvraagformulier kan op het e-mailadres vermeld in bovenvermeld artikel opgevraagd worden of kan van de bovenvermelde website worden gehaald.

IV   TOETSING VAN DE SUBSIDIEAANVRAAG

Artikel 8: toetsing op volledigheid

De aanvraag wordt onderzocht op volledigheid.

De aanvrager die een onvolledige aanvraag indient, krijgt schriftelijk de vraag om de ontbrekende documenten alsnog in te dienen binnen de meegedeelde termijn. Een aanvraag die niet vervolledigd wordt binnen deze termijn komt in dat jaar niet meer in aanmerking voor een subsidie in het kader van dit reglement.

De aanvrager zal hiervan via e-mail op de hoogte worden gebracht.

Artikel 9: toetsing aan de voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen en aan de voorwaarden waaraan het project inhoudelijk en financieel moet voldoen

De volledig bevonden aanvraag wordt getoetst aan de voorwaarden vermeld in het reglement en wordt vóór de beslissing over het al of niet toekennen van de subsidie voor advies voorgelegd aan een ambtelijke evaluatiecommissie.

De ambtelijke evaluatiecommissie bestaat uit vertegenwoordigers van de dienst Milieu en Klimaat van de provincie Limburg. Afhankelijk van het ingediende project worden relevante experten uitgenodigd. Deze experten krijgen een raadgevende stem. De commissie komt op afroep samen.

Indien nodig voor de beoordeling van de aanvraag, kan door de ambtelijke evaluatiecommissie een bespreking of een bijsturing van het voorgestelde project met de aanvrager worden gevraagd. Hiervan wordt de aanvrager via e-mail in kennis gesteld. De aanvraag wordt slechts verder behandeld na indiening van de gevraagde projectbijsturingen. Wanneer op een vraag tot projectbijsturing of uitnodiging tot bespreking geen antwoord wordt gegeven binnen de erin vermelde termijn, wordt de aanvrager geacht definitief af te zien van zijn aanvraag tot subsidiëring. De aanvrager zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht.

De ambtelijke adviescommissie kan adviseren om een ander subsidiebedrag toe te kennen dan werd aangevraagd.

Het advies van de ambtelijke evaluatiecommissie wordt voorgelegd aan de deputatie.

Artikel 10: toetsing op krediet

Indien de kredieten die in het budget voor dit reglement zijn ingeschreven, uitgeput zijn, komt de aanvraag in het lopende budgetjaar niet meer in aanmerking voor toekenning. en moet de aanvrager in het nieuwe budgetjaar een nieuwe aanvraag indienen om in aanmerking te komen voor een subsidie.

Indien de kredieten die in het budget voor dit reglement zijn ingeschreven, ontoereikend zijn, wordt in de eerste plaats rekening gehouden met de datum van ontvangst van de aanvraag, of, ingeval van een onvolledig dossier, vanaf de datum van ontvangst van de ontbrekende documenten bedoeld in artikel 8 van dit reglement en komen de aanvragen chronologisch in aanmerking.

De aanvrager zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht.

Artikel 11: besluitvorming over de subsidieaanvraag

De deputatie beslist of de aanvraag al of niet in aanmerking komt voor een subsidie en bij een toekenning van de subsidie welk subsidiebedrag wordt toegekend.

De aanvrager zal schriftelijk in kennis gesteld worden van de beslissing.

V     BEREKENING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG

Artikel 12: bepaling van het subsidiebedrag

Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 80 % van het verschil tussen de subsidiabele kosten (inclusief niet-recupereerbare btw) en de eventuele inkomsten (bv. andere subsidies) van het project.

Het toe te kennen subsidiebedrag wordt berekend op basis van de door de aanvrager ingediende raming van de projectkosten en -inkomsten zoals opgenomen in het aanvraagformulier. Het definitieve subsidiebedrag wordt na de indiening van de nodige documenten ter verantwoording van de aanwending van de toegekende subsidie berekend op basis van de werkelijke projectkosten en -inkomsten na de oplevering van de werken en nadat aan de voorwaarden van artikels 16 en 17 is voldaan. Enkel kosten die rechtstreeks toe te wijzen zijn aan het project, gemaakt tijdens de projectperiode en gedetailleerd bewijsbaar zijn en die officieel boekhoudkundig ingeschreven zijn, worden aanvaard voor de bepaling van het definitieve subsidiebedrag.

De provinciale subsidie kan beperkt worden tot bepaalde projectonderdelen. De deputatie zal per aanvraag het subsidiepercentage en/of de subsidiabele kostenelementen vaststellen rekening houdend met het advies van de ambtelijke evaluatiecommissie zoals bedoeld in artikel 9 van dit reglement.

Studiekosten zijn subsidiabel tot maximaal 15 % van het totale subsidiebedrag.

De aankoop van bepaalde investeringsgoederen waarvan de gangbare afschrijvingstermijn de loopduur van het project ruimschoots overschrijdt, kunnen per aanvrager éénmalig gesubsidieerd worden binnen dit reglement. Het kan hier onder meer gaan over:

  • aankoop van gronden of zakelijke rechten
  • oprichten van gebouwen en bouw- en verbouwingswerken
  • installaties, machines en uitrusting (bv. zonnepanelen, warmtepompen, …)
  • meubilair en inrichting (bv. banken, bloembakken, insectenhotels, …)
  • rollend materieel (bv. elektrische fietsen of auto’s, …).

Volgende uitgaven komen niet in aanmerking voor subsidiëring:

  • recupereerbare btw
  • acties die opgelegd zijn door wetgeving, reglementen, overeenkomsten, …
  • communicatie- en sensibilisatieacties, dewelke wel onderdeel moeten uitmaken van het project, conform de bepalingen in artikel 17
  • personeelskosten van de aanvrager of indien van toepassing van de copromotor(en)
  • reguliere overhead- en werkingskosten.

In het geval dat in het kader van de uitvoering van het project overheidsopdrachten worden gegund, komen prijsherzieningen, eventuele verrekeningen, bijakten of bijwerken slechts in aanmerking voor subsidiëring tot het bedrag dat vastgesteld werd bij de toekenning van de subsidie door de deputatie.

Artikel 13: maximumsubsidiebedrag

Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 25 000,00 euro per aanvraag.

Artikel 14: minimumsubsidiebedrag

Indien na toetsing en berekening het subsidiebedrag lager dan 5 000,00 euro is, zal de subsidie niet toegekend worden.

VI   BETALING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG

Artikel 15: wijze van betaling

Het toegekende subsidiebedrag wordt in twee schijven betaald.

Een eerste schijf van 50 % wordt betaald bij de toekenning.

Het saldo wordt betaald nadat de voorwaarden vermeld in artikels 16 en 17 zijn vervuld.

Artikel 16: voorwaarden tot betaling van het saldo

Uiterlijk 6 maanden na afloop van het project/de oplevering van de werken, moet een aanvraag tot betaling van het saldo samen met de volgende documenten ingediend worden:

  • een inhoudelijk verslag
    • met een duidelijke beschrijving van de uitgevoerde acties van het project – inclusief de communicatie- en sensibilisatieacties conform de bepalingen in artikel 17–
    • waarin, indien van toepassing, de bij de actie betrokken copromotor(en) worden aangegeven
    • waarbij a.d.h.v. de oorspronkelijke aanvraag aangegeven wordt of de doelstelling werd behaald of niet
  • een financieel verslag met
    • een gedetailleerde afrekening van alle door de aanvrager en, in voorkomend geval, ook door de copromotor(en) gemaakte projectkosten en -inkomsten
    • een kopie van de genummerde facturen, schuldvorderingen en andere financiële verantwoordingsdocumenten (voor alle projectuitgaven- en inkomsten); de subsidietrekker is verplicht om andere verkregen subsidies te vermelden bij de inkomsten
  • een verklaring op eer dat de uitgaven gebeurden conform de bepalingen van het reglement en dat de uitgaven reëel zijn
  • bewijzen van provinciale ondersteuning met vermelding van het logo ”met steun van de provincie Limburg” (beschikbaar op www.limburg.be/logo)
  • voor alle vereiste vergunningen: het bewijs dat deze verkregen werden, voor zover deze nog niet werden bezorgd bij de aanvraag
  • bewijsstukken, eigen aan de aard van het project, die vermeld worden in het toekenningsbesluit.

Indien uit de ingestuurde eindafrekeningen blijkt dat de uiteindelijke kosten voor het project lager liggen dan de oorspronkelijke raming, wordt de subsidie verhoudingsgewijs aangepast zodat de definitieve provinciale subsidie nooit hoger kan liggen dan het in artikel 12 vermelde percentage. Indien uit de ingestuurde afrekening blijkt dat de uiteindelijke kosten voor het project hoger liggen dan de oorspronkelijke raming, blijft de subsidie beperkt tot het bedrag dat vastgesteld werd bij de toekenning van de subsidie door de deputatie.

Een provinciale subsidie kan nooit aanleiding geven tot winst. In betreffend geval zal het saldo verminderd worden of zal het reeds toegekende subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden. 

Het subsidiesaldo wordt zo spoedig mogelijk betaald na ontvangst, controle en aanvaarding van het projectrapport en de bijbehorende documenten. Het projectrapport moet digitaal op het e-mailadres vermeld in artikel 6 worden bezorgd.

Deze betaling is voorwerp van een afzonderlijke beslissing van de deputatie. De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van deze beslissing.

VII  VERPLICHTINGEN NA DE TOEKENNING VAN EEN SUBSIDIE

Artikel 17: verplichtingen na de toekenning

Indien in het kader van dit reglement aan de aanvrager een subsidie wordt toegekend, verbindt deze zich ertoe:

  • de toegekende subsidie aan te wenden voor het doel waarvoor zij werd toegekend
  • het project te realiseren binnen een termijn van 2 jaar, lopende vanaf de datum van het besluit waarbij de deputatie de subsidie heeft toegekend
  • tijdig de in artikel 16 vermelde documenten in te dienen
  • de verworven kennis te delen met andere gemeenten (onder coördinatie van de provincie) en te communiceren naar de burger over het project met, indien van toepassing, tips en tricks om gewenste gedragsverandering te stimuleren
  • melding te maken van de ondersteuning door de provincie op de wijze zoals bepaald door de deputatie bij toekenning
  • voor alle werken de vereiste vergunningen te verkrijgen, voor zover deze vergunningen nog niet verkregen werden op het moment dat de subsidieaanvraag werd ingediend
  • de werken conform alle wettelijke voorschriften uit te voeren
  • de deputatie onmiddellijk op de hoogte te brengen van belangrijke wijzigingen m.b.t of annulering van het project.

Uitzonderlijk kan de deputatie beslissen tot een verlenging van de realisatietermijn voor een bepaalde duur, waarbij automatisch ook de termijn tot indiening van de betalingsaanvraag vermeld in artikel 16 van dit reglement met eenzelfde duur wordt verlengd. Hiertoe moet de subsidietrekker een gemotiveerde aanvraag indienen op het in artikel 6 van dit reglement vermelde e-mailadres met opgave van de duur van de gewenste verlenging. De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing tot het al dan niet verlengen van deze termijnen.

VIII CONTROLE EN SANCTIES

Artikel 18: controle op de aanwending van de toegekende subsidie

De provincie heeft steeds het recht toezicht en controle uit te oefenen bij de begunstigde van de subsidie die hem in het kader van dit reglement werd toegekend. De begunstigde verbindt er zich toe de nodige inlichtingen te verstrekken en de controle van de provincie Limburg te aanvaarden.

Artikel 19: sancties

Indien de begunstigde één of meer verplichtingen voortvloeiend uit dit reglement niet nakomt, kan de provincie het reeds betaalde subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk terugvorderen, of in voorkomend geval beslissen tot het niet-betalen of het gedeeltelijk niet-betalen van de toegekende subsidie. Verder kan voor een periode vastgesteld door de deputatie de begunstigde uitgesloten worden om in de toekomst in aanmerking te komen voor subsidies van de provincie Limburg.

IX   SLOTBEPALINGEN

Artikel 20: inwerkingtreding en geldigheidsduur

Dit reglement treedt in werking vanaf 17 juni 2021.

Artikel 21: interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden

Alle interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden betreffende de toepassing van dit reglement worden behandeld door de deputatie.

Hasselt, d.d. 2021-06-16

De provinciegriffier,
Wim Schoepen

De voorzitter,
Jessie De Weyer

Contactgegevens dienst

Milieu en Klimaat, Directie Omgeving
Universiteitslaan 1
3500 Hasselt

tel. 011 23 83 38
e-mail milieuenklimaat@limburg.be

Openingsuren

Het Provinciehuis is elke werkdag geopend van 9.00 tot 12.00 u. en van 12.30 tot 16.30 u.

Provincie Limburg is ook social